NAH - vertaling in Nederlands

• dicht
• nabij
• close
• hecht
• buurt
• intiem
• dichtst
• dichte

Voorbeelden van het gebruik van Nah in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

So nah, wie es sein muss.
Zo hecht als nodig is.

Wir sind uns nicht nah.
We zijn niet close.

Und darum kommt keiner von Ihnen ihr nah.
Daarom komen jullie niet in haar buurt.

Denn der Weihnachtsmorgen war nah.
Want de kerstmorgen was nabij.

Gras nah oben auf dem Stadion Fußball-Stadions-Lichter.
Gras dichte omhooggaand op het stadion De Lichten van het voetbalstadion.

Der erste Mord geschieht meistens ganz nah an diesem Ankerpunkt.
De eerste moord vindt meestal plaats het dichtst bij dat ankerpunt.

Die Stadt und wie nah wir am absoluten Chaos sind?
De stad en hoe dicht we zijn bij een absolute chaos?

Nicht so nah, wie Sie denken.
Niet zo hecht als je denkt.

Wir waren uns schon nah.
Wij waren heel intiem.

Er und Walker stehen sich sehr nah.
Hij en Walker zijn zeer close.

Ich bleibe nah bei dir.
Ik blijf wel bij jou in de buurt.

Meine Erlösung ist nah.
Mijn verlossing is nabij.

Die Kirche ist nah bei lhnen.
Deze kerk is het dichtst bij jouw huis.

Wie nah muss ich an Aslan heran?
Hoe dicht moet ik bij Aslan komen?

Damals standen wir uns sehr nah.
We waren behoorlijk intiem.

ich waren uns sehr nah.
ik waren heel hecht.

Wir sind uns nicht nah.
En we zijn niet close.

Habe ich dir etwa nicht gesagt, du sollst nah bleiben?
Ik zei toch dat je in de buurt moest blijven?

Das Geben ist nah.
Het Geven is nabij.

Zu mir ans Fenster Ich zog sie nah.
Ik trok haar dicht naar het raam.