Voorbeelden van het gebruik van Nederlander in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij 's nog Nederlander.
We gaan opnieuw achter de Nederlander.
Er is een toffe Nederlander.
Die Nederlander.
We gaan opnieuw achter de Nederlander aan.
Ik ben een Nederlander.
Hallo? Hallo? Ja, hij is Nederlander.
Je bent even gek als die Nederlander.
Schuyler. Ik ben Nederlander.
Omdat hij Nederlander is.
Dit vond ik bij die Nederlander op de plee.
Wat iedere Nederlander moet weten.
De beste Nederlander was Ben van Zelst met een achtste plaats.
Beste Nederlander was Tonnie Dirks met 1:02.18 en een derde plaats.
Nederlander Dash- Gary nam slak opgeruwde.
Het probleem is dat ik die Nederlander nodig heb.
In de kopgroep van veertig renners bevond zich geen enkele Nederlander.
Quinta Cachama Negra is sinds 2008 het huis van Nederlander André.
Maar weten wel dat het een Nederlander is.
Het probleem is dat ik die Nederlander nodig heb.