ONVRUCHTBAAR - vertaling in Duits

• unfruchtbar
• steril
• zeugungsunfähig
• unfruchtbare
• unfruchtbares
• Unfruchtbarkeit

Voorbeelden van het gebruik van Onvruchtbaar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ik heb altijd gedacht dat je onvruchtbaar was.
Ich dachte immer, du bist unfruchtbar.

kun je onvruchtbaar worden.
kannst du steril werden.

Je zei altijd dat je onvruchtbaar was.
Du hast immer gesagt, du seist unfruchtbar.

Misschien ben je onvruchtbaar.
Vielleicht bist du unfruchtbar.

Ik ben waarschijnlijk onvruchtbaar.
Ich bin wahrscheinlich unfruchtbar.

Behalve dat je onvruchtbaar bent.
Außer, dass du unfruchtbar bist.

Ik zei dat ik onvruchtbaar was.
Ich sagte, ich wäre unfruchtbar.

Ik moet. Ik kan niet geloven dat ik onvruchtbaar ben.
Ich muss! Ich kann nicht glauben, dass ich unfruchtbar bin.

Chips is helaas onvruchtbaar.
Chips ist leider unfruchtbar.

Ik zei dat ik onvruchtbaar was.
Ich sagte, ich sei unfruchtbar.

Dat is het, ik ben onvruchtbaar.-Onvruchtbaar.
Das ist es, ich bin unfruchtbar. -Unfruchtbar.

Ik, onvruchtbaar als een woestijn, moeder van iemand.
Ich wurde, vertrocknet wie eine Wüste, doch noch eine Mutter.

De bloemen zijn meestal onvruchtbaar, maar in de bloeiwijze worden wel broedbolletjes gevormd.
Die Pflanze ist meist unbehaart, nur in den Blütenständen ist sie drüsig behaart.

Beter dat dan onvruchtbaar, een dorre vrucht.
Besser als steril sein, eine Trockenfrucht.

Naiad mannen zijn onvruchtbaar.
Najadische Männer werden steril geboren.

Ze was onvruchtbaar.
Sie hatten keine Kinder.

Nee, jullie weten toch dat Neal onvruchtbaar is.
Nein, du weißt doch, Neal ist sterilisiert.

De buitenste bladeren zijn onvruchtbaar.
Die äußeren Staubblätter sind unfruchtbar infertil.

Alle anderen zijn onvruchtbaar.
Alle anderen Flossen sind unbeschuppt.

Een kween is onvruchtbaar.
Die äußeren Staubblätter sind unfruchtbar steril.