Voorbeelden van het gebruik van Parijs in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Bevrijding parijs hitler is dood.
Parijs, Frankrijk.
rechten van fietsers, Parijs.
Ligging Dit onroerend goed is vlakbij Parijs 8, in Parijs regio Ile-de-France.
Dat wordt een bloedbad. Parijs, zes maanden later.
Bunty, Ben naar Parijs. Mooi.
Augustus 1940, bezet Parijs.
Bunty, Ben naar Parijs. Prachtig.
Lieve vader, ik wil niet naar Parijs.
Parijs, Lyon en Marseille hebben een speciaal statuut.
Ze is in Parijs voor de modeweek.
Instituut voor politieke studies(IEP), Parijs. Voltooide studie(maîtrise) pubìiek recht.
Parijs is niet meer zoals toen.
Parijs zal me roesten!
Parijs, muziek en alles wat je denkt me te hebben afgenomen.
Parijs en dan heb je Berlijn.
Weet je Parijs nog?
Goed. Parijs schiet de vlucht en verzekering voor.
Parijs: Albin Michel.
Parijs, enkele jaren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.