Voorbeelden van het gebruik van Pier in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik zie je over een uur aan het eind van de pier.
Die zijn van de pier.
Aan het einde van de pier, jongen.
Weet je waar pier 14 is?
Palmbomen en alles. Een heel groot huis bij het kanaal, met een pier, een jacht.
U moet me naar Pier 32 rijden.
U bent te dicht bij de pier.
De boot van opa.- Mama, de pier.
Ik ben bijna bij het zuideinde van de pier.
Maar het is een pier.
Ik stond de hele tijd op de pier.
Goed, wat is er bij Pier 32?
aan het begin van de pier.
Ik ben Pier.
Onze pier.
Wil ik een fles champagne aantreffen. Morgenochtend, bij de pier.
Ga zitten en ontmoet me over een uur aan het einde van de pier.
Wat? -Redondo Beach pier.
Moeder zwaaide ons uit vanaf de pier.
Vier bewakers op de pier.