Voorbeelden van het gebruik van Pineut in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
We zijn de pineut.
We zijn de pineut.
Ze is de pineut.
Nu zijn we de pineut.
En dan ben ik de pineut.
ben ik de pineut.
Ja, jij bent de pineut.
We zijn zo de pineut.
Ik waarschuw je, we zijn de pineut.
Veel van ons denken dat we de pineut zijn.
Ze zijn de pineut.
Omdat ik de pineut ben.
Wij zijn de pineut.
We zijn zo de pineut.
Iedereen, bukken. Nu ben je de pineut.
Ik ben de pineut als je sterft.
We waren de pineut, maar met wat Amerikaans vernuft slaagden we erin.
zijn we de pineut.
Zo te horen ben je de pineut, je hebt geen verweer. Zeker.
Zijn we de pineut?