Voorbeelden van het gebruik van Pineut in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Nina hult zich in nevelen en jij bent de pineut.
Geen wonder dat we allemaal de pineut zijn.
zijn we de pineut.
Jullie zijn de pineut.
zijn ze de pineut.
Dan ben je de pineut.
Ze is weer de pineut.
Jij bent de pineut.
Wat, zijn we nu echt de pineut?
Dan zijn we de pineut.
Toevallig was jij de pineut.
Klopt, jij bent meer de pineut.
Ik ben de pineut.
In dat geval ben je de pineut.
Hij komt niet. We zijn de pineut.
Zonder mij zijn we de pineut.
Als jij doodgaat op deze missie, ben ik mooi de pineut.
Precies, we zijn de pineut.
het volle maan is… dan is iemand geheid de pineut.
we hadden geen idee dat wij, de pineut waren deze week.