Voorbeelden van het gebruik van Quarterback in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Elke dag dat Steve McGarrett begon als quarterback was een officiële vrije dag.
Een nieuwe quarterback.
Vroeger gingen meiden voor de quarterback.
Hij is quarterback.
Hoofd cheerleader. Afspraakjes met de quarterback.
Ik ben de quarterback.
We hebben al een quarterback.
Je bent de quarterback.
Jij bent de quarterback.
Ik ben geen quarterback meer.
Ik wil je quarterback niet zijn.
En Danny tackelt z'n eigen quarterback.
Hij was onze quarterback.
Hun quarterback een polsband om.
Sedus quarterback- allrounder met milieuvoordeel.
Ik was quarterback. Welke positie?
Hoi, quarterback.- Hoe is het?
Hoezo, quarterback? Wil je feesten?
Of je agent bent of een NFL quarterback. hun kundigheid te reageren Als agent?
Quarterback.- Wat mij betreft, is er maar één Messias. De messias.