Voorbeelden van het gebruik van Shuttle in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Breng haar in de shuttle. We moeten gaan.
Als ik blind word door een badminton shuttle, kun je me net zo goed Heer Esterbrooke noemen.
De shuttle lijkt verlaten te zijn.
Meneer, de shuttle is veilig.
Breng haar naar de shuttle.
het fijn was de shuttle te zien?
Shuttle, hoe staat het met de condensatie in de cabine?
We zijn een shuttle van de Kakov.
De shuttle komt er net aan.
We zijn een shuttle van de Kakov.
Als ze de shuttle teruggeeft, ga ik de armen eten geven.
De gaswolk nadert de shuttle.
zij zat ook in de shuttle.
het fijn was de shuttle te zien?
We moeten terug naar de shuttle.
De shuttle is klaar voor vertrek.
Shuttle, hoort u mij?
De wezens zijn verdwenen, de shuttle ook.
Getuigen zagen een shuttle gelanceerd worden.
Er zullen maar weinig mensen zijn die nooit met racket en shuttle hebben gespeeld.