Voorbeelden van het gebruik van Sigaret in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
probeert met rechts een sigaret aan te steken.
Ze stak met een sigaret in m'n oog!
Nieuwe sigaret.
Binnen een sigaret aansteken.
Sigaret?- Nee. Mag ik er eentje?
Ik wilde al 20 minuten een sigaret.
Hé, heb je een sigaret voor me?
Je smeet je sigaret naar me.
Dat betekent dat je geen sigaret krijgt.
Sigaret?-Nee. Het houdt het vet weg.
Het was dat of een sigaret.
Kan ik een sigaret hebben,?
Geef me eens een sigaret.
Winston smaakt goed zoals een sigaret hoort te smaken.
Mijn naam is Johnny en ik heb een sigaret nodig, Jennifer.
Ik snak al 20 minuten naar een sigaret.
Tijd voor een sigaret.
Haar, tatoeages, whisky, sigaret als ontbijt.
Voor een sigaret.
Ik dacht juist aan de avond toen je mij betrapte met een sigaret.