ZIGARETTE - vertaling in Nederlands

• sigaret
• peuk
• roken
• sigaretten

Voorbeelden van het gebruik van Zigarette in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Mit Brandwunden einer Zigarette.
Overal brandwonden van sigaretten.

Mein Name ist Johnny und ich brauche eine Zigarette, Jennifer.
Mijn naam is Johnny en ik heb een sigaret nodig, Jennifer.

Laut Feuerwehr wohl eine Zigarette.
Volgens de brandweer was het vast een peuk.

Aber wenn Sie eine Zigarette haben.
Maar als je sigaretten heb-.

Für eine Zigarette.
Voor een sigaret.

Dann gib mir ne Zigarette.
Geef me dan een peuk.

Und dieses Spielchen,'ne Zigarette durchzuschneiden.
En dat je sigaretten doorknipt.

Sicher, dass du keine Zigarette willst?
Weet je zeker dat je geen sigaret wilt?

Gib mir eine Zigarette.
Geef me een peuk.

Ein Tag, zwei Zigarette.
Een dag, twee sigaretten.

Ich habe die Zigarette.
Ik heb de sigaret.

Damit kann man sich zwar keinen runterholen… aber wenigstens eine Zigarette halten.
Afrukken is lastig, maar ik kan in ieder geval een peuk vasthouden.

Dürfte ich eine Zigarette haben?
Kan ik een van je sigaretten krijgen?

Es ist Gift in der Zigarette.
Er zit vergif in zijn sigaret.

Nimm eine Zigarette.
Neem een peuk.

Mit Filter muss man die Zigarette dicker drehen, damit es passt.
Zet filters in, je moet rollen de sigaretten groter aan te passen.

Passen Sie auf Ihre Zigarette auf.
Pas op met uw sigaret.

Ich könnte eine Zigarette gebrauchen.
Ik kan wel een peuk gebruiken.

Doc, geben Sie ihr eine Zigarette.
Doc, geef haar een van die sigaretten.

Du, du, du, du, ich, diese Zigarette, alles.
Jij, jij, ik, deze sigaret, alles.