Voorbeelden van het gebruik van Sigaret in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hoe Knol buizen sigaret 100 s?
Drie en een halve sigaret doen de baby geen kwaad.
Ik kan niet praten zonder sigaret.
Heb je een vuurtje en een sigaret?
Vandaag is mijn eerste dag zonder sigaret.
Mag ik een sigaret?
¿Me convidas un cigarillo?Ik viel in slaap met een sigaret, sorry.
Waar is je sigaret?
¿Dónde están tus cigarrillos?Lee, de jockey rookt de sigaret.
Lee, los jockeys fumarían los cigarros.Geef me een sigaret.
¿Me das un pitillo?Ik wil flauw vallen, ik wil 'n sigaret en ik krijg kramp.
Quiero desmayarme, quiero fumar y tengo un calambre terrible.Ik zal je vertellen waarom ik hou van de sigaret business.
Te diré porqué me gusta el negocio del tabaco.Wat doe jij met een sigaret?
¿Qué onda?¿Qué haces con un cigarillo?Ik ga mijn sigaret oproken. En dan ga ik dood.
Ze gebruikt zuurstof en een sigaret.
Está con oxígeno y fumando.Klassiekers en buizen sigaret 100 s.
Clásicos y tubos cigarrillos 100 s.Koffie en een sigaret.
Café y pitillo.Dat ruikt zoals Allens sigaret.
A eso huelen los cigarros de Allen.Praten over mijn familie geeft me zin in een sigaret.
Toda esta charla sobre mi familia me hizo sentir muchos deseos de fumar.verbod op elektronische sigaret.
límites al cigarillo electrónico.
