Voorbeelden van het gebruik van Sonja in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hebt al die doden op jouw geweten, Sonja.
En Bolkonskij? Lieve Sonja, hij schrijft.
Dominic Foy, hij was een vriend van Sonja.
Ik moet Sonja bellen.
Mijn vriendin Sonja.
Is er iets met Sonja gebeurd?
Ik hou van jou, van Sonja, van je moeder.
Ik ben hier vanwege Sonja.
En de privé-auto van Sonja stond bij de garage,
Nog een hoop spulletjes van Sonja liggen in je huis.
Sonja… Zij is de jongste.
Die winter hadden Sonja en ik een geweldige tijd.
Sonja en ik hebben het erover gehad.
Sonja kan echter ontsnappen.
Ze wisten dat we met Sonja en Landahl spraken en zij wilden weten wat we wisten.
Maar ik kan Sonja niet zo maar dumpen.
Sonja gaf ons dit voor Lucia.
Breng dit naar Sonja, lieverd. Nina.
Sonja, op wie val je meer: op matrozen
Sonja gaf het ons voor Lucia.