Voorbeelden van het gebruik van Sonja in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En Sonja kan je leren koken.
We moeten nu echt weg, Sonja.
Daardoor is de oorlog begonnen. Sonja.
Sonja is bij ons en we vinden Egor wel.
Hij is neergeschoten, de avond voordat Sonja stierf, is Deshaun omgebracht.
Ik meen 't.- Sonja, alsjeblieft.
Sonja, ga naar je kamer alsjeblieft.
Boris, mijn leven is kapot.- O, Sonja.
zijn Egor, Sonja en ik ver weg.
Sonja had vandaag weer een aanval.
Ik meen 't.- Sonja, alsjeblieft.
Het doet geen pijn, Sonja.
Sonja werd steeds gereserveerder.
Mijn vader noemde mij na Sonja Henie.
Laat hij Alla en Sonja gaan?
Gevonden. Dank je, Sonja.
Wat? De Elimineerders hebben Alla en Sonja,?
Het was Sonja Wajinska.
Wacht hier op me, Sonja.
Dit was zo'n 21 maanden na Sonja Faraks arrestatie.