Voorbeelden van het gebruik van Student in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ja, Stefan de student.
Getalenteerde student die ze zoeken.
Hij was student bij jouw vader.
Na vandaag ben ik een student.
Hij is niet zomaar een student.
En hij is een student van Marcus.
Student, handen op het dak.
Het werk van een student stelen en doen alsof het van jou is?
Je bent student, verpleegster en technicus?
Neuken met een student van je.
Nee, ik ben slechts een student.
Kenny. Oh, heb je nog wat meer shit nodig, student?
Ik heb 's een student gehad die Harrison Schmitt heette.
Plannen bij het verlaten van de student verkrachter leraar, De heer Shido met zijn volgelingen.
Ik ben student.
Ja, echt. De student is nu de meester.
Hij was een student.
Ben je een student?
De internationale student en de uitdaging van een leven lang leren.
Wat? Een professor van Stansfield deelt het bed met een student.