Voorbeelden van het gebruik van Verbitterd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
U klinkt erg verbitterd.
nu ben je verbitterd.
Ik was verbitterd.
Een beetje. Hij was verbitterd.
Ik ben verbitterd.
Hij is oud, en verbitterd.
Ze leek zo verbitterd.
Ik ben laf en verbitterd.
jullie Amerika is verbitterd… en gemeen en zwak.
Verbitterd trok de uitvinder,
Teleurstelling maakt een vrouw verbitterd.
Verbitterd liet Grothe Duitsland verder links liggen, en ging in ballingschap in Nederland.
Doe niet zo verbitterd.
Maxwell keerde verbitterd terug naar Engeland.
Ik kan niet verbitterd zijn.
Verbitterd en zwak.
Denk niet dat ik verbitterd ben door een persoonlijke tegenslag.
Verbitterd en stikkend in mijn oeverloze woede… denkend aan niets anders dan wraak.
Hij zou verbolgen en verbitterd zijn gebleven, en dronken.
Ze vindt me eigenzinnig en verbitterd.