Voorbeelden van het gebruik van Zijn computer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Stuur mij iets vanuit zijn computer.
Ze staan niet op zijn computer?
Hij heeft zijn computer.
Zijn computer misschien wel.
Alleen vanaf zijn computer.
Hij ging weer naar zijn computer.
Ik laat Nelson zijn computer ophalen.
Zijn computer staat aan.
Zij ontdekte dat hij edit software op zijn computer had geïnstalleerd.
We checkten zijn computer.
Zijn computer is hier.
Zakenman gegevens op zijn computer controleren.
Hij ging weer naar zijn computer.
Zijn computer is verouderd. Ik zoek een nieuwe.
Je staat op zijn computer.
Nee, laat me zijn computer zien.
Zijn computer is uit.
Bestanden op zijn computer.
Plug dit in zijn computer.