Voorbeelden van het gebruik van Acteer in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ja. Ik schrijf, acteer, vertel grappen.
We gaan naar dezelfde acteer les.
Jazz hands.' En ik acteer.
Het is net als een acteer auditie.
Ik ben acteur. Ik acteer.
Zijn eigen acteer ervaringen.
Ik ben waardevol. Ik acteer.
Ik dacht dat dit een acteer kans was.
Acteer als een echte ring voor de dagelijkse wedstrijd.
Weet je nog, meneer Karp, de acteer leraar?
Acteer voor me.
Weet je nog, meneer Karp, de acteer leraar?
Acteer voor ons.
Acteer lessen.
Acteer het.
Acteer wat.
Acteer met je gezicht.
Mijn acteer workshop is hier aan de overkant.
Acteer kwaad, niet mopperig.
Acteer je ook wel eens niet?