Voorbeelden van het gebruik van Allergisch in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je bent allergisch voor wijnruit.
Of getrouwd en allergisch voor goud?
Ik ben allergisch.
Je bent gewoon allergisch.
Lexus, allergisch voor pelsdieren.
Ja, maar ik ben allergisch voor katten.
We zijn niet allergisch.
Mijn zus is allergisch.
Bent u allergisch voor de politie?
Nee, ik ben allergisch aan alles wat.
Nee… Het is gewoon dat ik allergisch ben voor knoflook.
Alec is allergisch.
Ik ben allergisch voor alcohol.
Will, ik ben allergisch voor honden!
Nee… Het is gewoon dat ik allergisch ben voor knoflook.
Sorry, ik ben allergisch.
Recent heb ik ontdekt, dat ik allergisch ben voor melk.
En hij… Hij is allergisch.
Nee… Het is gewoon dat ik allergisch ben voor knoflook.
Ik wist niet dat hij allergisch was.