Voorbeelden van het gebruik van Bam in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Briljant. Inschenken, betalen, bam.
Het arme kind. Ze gaat even joggen, en bam.
Absoluut. Gewoon aansluiten, en, bam, volledig opgeladen.
Ze kreeg een klap op haar achterhoofd. En bam.
Ik heb het verknald. Bam.
Snel, maak een foto! Bam!
Komt Ghostface binnen en'bam'!
Vooral omdat het leek alsof we gingen verliezen en toen, bam.
En opeens, bam.
We maken het wapen en bam!
Hij sloeg ze allemaal tegelijk weg, bam, bam, bam.
Als je met iemand gegijzeld word, bam, dan met deze dame.
Er is niets ergers dan zelfmoord. Bam.
Die avond, bam.
Hij ging rnet een licht hondengriepje op een missie en bam.
Lever, milt, bam, bam, niet goed.
dan bam!
En hij gaat… bam, steek!
Die avond, bam.
Ik weet het niet, bam, daar ben je.