Voorbeelden van het gebruik van Bam in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Bam, ben je klaar? Nietwaar, Ryan?
Voor je het weet, bam!
Ik deed letterlijk, bam, goede kus.
Hij geeft haar een vals gevoel van veiligheid en dan bam.
Hij loopt een broodjeszaak uit en bam.
Dan wordt het optreden na optreden en dan bam: succes.
Bam. Breekt haar schedel!
Dat is Bam Margera.- Mijn rug!
Hij zat gewoon rustig te vissen en plotseling bam!
Praat eens met Bam.
De postbode die twee keer belde belt nooit meer. En, bam.
Hij was hier helemaal alleen en bam. Echt?
En dan… bam.
Dan opeens, bam, kussen jullie elkaar.
De eerste, de aardbeving bij Bam, heeft 40.000 slachtoffers gemaakt.
Avocado, ui, gehakt knoflook, bam.
Ik bedoel, ik maakte de oven open en bam… daar was hij.
Bam. Ze schoot.
Alleen de rode draad, Bam.
De dingen die je wist, bam… Ze verdwijnen.