Voorbeelden van het gebruik van Beeldschoon in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ze was beeldschoon.
Je bent beeldschoon.
Alleen zou ik je omschrijven als beeldschoon, betoverend.
Met haar. Je bent beeldschoon.
Maar geen van hen leek een bedreiging. Ze was beeldschoon.
behekst, beeldschoon.
Je bent beeldschoon.
Ruthanne, je ziet er beeldschoon uit.
Haar moeder was beeldschoon.
Mallory, je bent beeldschoon.
Je bent beeldschoon.
Weet ik. Je bent beeldschoon.
Je ziet er beeldschoon uit.
Je nieuwe schoonzus is beeldschoon.
Ik weet nog dat ze beeldschoon was.
Jong en beeldschoon.
Aloë vera. Beeldschoon.
Ze is beeldschoon.
Jij bent beeldschoon.
Jij bent beeldschoon.