Voorbeelden van het gebruik van Beeldschoon in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze is beeldschoon, ze is grappig.
Mam is beeldschoon en succesvol.
Kom op, je bent beeldschoon.
Je bent beeldschoon.
Ze was beeldschoon.
Jij bent ook beeldschoon.
Je bent beeldschoon, je bent slim en grappig.
U bent beeldschoon, doc.
O ja, beeldschoon.
Is ze niet beeldschoon?
Of dat hij getrouwd met een Jujuyanse prinses terug kwam, beeldschoon, rijk.
Je bent beeldschoon.
Je ziet er beeldschoon uit.
Peter, je had me niet verteld dat ze zo beeldschoon is.
Tweede observatie, je bent beeldschoon.
Beeldschoon én genereus.
Je bent beeldschoon.
Ze is beeldschoon.
Knap? Ik vind haar beeldschoon.
Ik wist het. Ze is beeldschoon.