Voorbeelden van het gebruik van Beeldschoon in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je bent beeldschoon.
Je zou z'n ex-vrouw moeten zien, beeldschoon.
Is ze niet beeldschoon?
Photinia fraseri Louise is beeldschoon qua kleur en vorm.
De copywriters zijn beeldschoon.
En waar jij bent beeldschoon.
Zij was beeldschoon.
Je bent beeldschoon.
De drie die het hebben overleefd… waren beeldschoon.
Maggie is beeldschoon.
Hij is beeldschoon.
De secretaresses zijn beeldschoon.
Ze is beeldschoon.
ze was net hier en ze was beeldschoon.
Ik vertel je, ze was beeldschoon.
Dat is waar. Jullie zijn allebei beeldschoon.
Je bent beeldschoon.
Je bent beeldschoon.
Je groeit op en je wordt beeldschoon.
En ze is beeldschoon.