Voorbeelden van het gebruik van Biscuits in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mijn vrouw heeft… biscuits gemaakt.
Ja, natuurlijk. Mijn vrouw heeft… biscuits gemaakt.
We hebben wat droge biscuits voor je meegebracht.
Soep en biscuits.
Alsjeblieft… Ik hou van je, Biscuits.
Amah, ik neem… de beboterde biscuits.
Geef de suiker en de biscuits.
Dozen biscuits.
Zoals de meeste biscuits zijn ze afkomstig uit Engeland.
Biscuits oudere broer. Dat is Jamal.
Laat u meeslepen naar de weidse Engelse landschappen met deze biscuits.
Naast die grote zak biscuits?
Ik heb een doos biscuits nodig. Ik heb een doos biscuits nodig.
reuzel en biscuits.
melk en pakjes biscuits.
Het kantoor van de aanklager heeft oude koffie en een doos biscuits uit 2004.
Dat is Jamal. Biscuits oudere broer.
Ik gaf ze wat biscuits en toen gingen ze vanzelf weg.
Ik gaf ze wat biscuits en toen gingen ze vanzeIf weg.
Stel zelf uw giftbox samen met een combinatie van Belgische Premium Chocolade en Biscuits producten.