Voorbeelden van het gebruik van Cadeaus in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Cadeaus geven is een belangrijke traditie in Hongkong.
Iedereen wil cadeaus.
Ze stuurden hem cadeaus.
Waar we ook gingen gaven ze ons cadeaus en bogen ze voor ons?
Ze staan cadeaus in te pakken.
Ze zei: cadeaus. Cadeaus.
Kom hier en open wat cadeaus.
Je cadeaus zijn beter dan die van mij.
Cadeaus scheppen een verplichting.
Hij krijgt cadeaus.
Daphne opent net haar cadeaus.
Zou je cadeaus kopen voor je overleden vader?
Ik heb cadeaus bij me van Skywalker en Kenobi.
Dit jaar moeten we onze cadeaus hoog opstapelen.
Papa Noel heeft cadeaus gekocht.
Ik wil geen cadeaus meer uitpakken.
Cadeaus geven en vrijgevigheid zijn geweldig.
Kom je cadeaus openmaken.
De koffers zitten al vol met cadeaus voor Will.
Het is tijd voor de cadeaus.