Voorbeelden van het gebruik van Carlo in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik vertrok naar Monte Carlo.
Ik ga niet praten over Carlo.
Uw vriend Marcello Di Carlo werd vermoord.
Ik ga niet vertellen over Carlo.
Viva Carlo.
En deze sterke kerel is zeker Carlo, hè?
Hij nam de Monte Carlo en ging weg.
En deze kwieke jonge kerel moet Carlo zijn, nietwaar?
Ik weet dat 't Eugene O'Neill is, Carlo.
Carlo Brambilla srl werd in 1926 opgericht als bedrijf van verpakkingen van hout.
Soms noem je mij Carlo Jr.
Het stelt Carlo Borromeo, een katholieke heilige
Eerwaarde De Carlo, welkom.
Wat deed De Carlo gisteren bij jou thuis?
Carlo was zeer behulpzaam tijdens ons verblijf.
Billing Paula De Carlo Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots.
Sassetti zei alleen de naam Carlo te gebruiken in hun plannen.
Carlo heeft geld genoeg.
Ga je mee naar Carlo, het huis bij de zee?
Carlo gaat de koepel opblazen.