Voorbeelden van het gebruik van Dat gaf in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dat gaf me macht.
Dat gaf ons de mogelijkheid om de boten rond te draaien en om zijwaarts te gaan.
En dat gaf me een maand om mijn huiswerk te doen.
Hij was een Grimm naar hier gevolgd, dat gaf hem het recht.
En dat gaf je net tijd genoeg om.
Dat gaf ze een doel.
En dat gaf je de perfecte gelegenheid om de Ring of Raspoetin te stelen.
Dat gaf je de tijd om thuis te komen voor de studiegroep.
Dat gaf je de tijd om thuis te komen.
Dat gaf jou alle feiten die je nodig had… dingen over de affaire.
Dat gaf mij m'n kennismaking met computers.
Om mijn huiswerk te doen. en dat gaf me een maand.
Dat gaf je jaren geleden aan mijn zoon.
Dat gaf je op toen je hier naar binnen liep.
Dat gaf iemand anders hem.
Dat gaf hij aan ons allebei.
Dat gaf hem juist veel voldoening iedere dag.
Dat gaf ik je moeder op onze 20ste trouwdag.
En dat gaf ik dan aan jou.
En dat gaf jij me.