Voorbeelden van het gebruik van De manager in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jij bent de manager van een garage.
Maak kennis met Laszlo, de manager van een gereedschapsbedrijf in Boedapest, Hongarije.
De manager en Iluh zijn zo behulpzaam,
De manager van de Groovy Smoothie.
Ik wil de manager spreken.
Ik zet de manager onder druk.
Ik ben de manager van Buy More.
De manager menselijke activiteiten.
Kan ik de manager misschien spreken?
Ik stuur de manager, maar dan wil ik vijf gijzelaars van je.
Hij geeft de manager drie nagels en Hij vraagt.
Ben jij de manager?
De manager heeft haar binnengelaten.
Weetje waarom ik de manager in de supermark ben?
Omdat ik de manager ben.
De manager, Alphonse.
Iemand wil de manager spreken.
Maar de manager wilt met je praten.
De manager heet Rick Buxton.