DE MANAGER - vertaling in Duits

Manager
beheerder
directeur
bedrijfsleider
die Leiterin
het hoofd
de manager
de leider
de directeur
de directrice
de leidster
de cheffin
Geschäftsführer
directeur
manager
bedrijfsleider
managing director
baas
zaakvoerder
voorzitter
CEO
bestuurders
zaakwaarnemer
der Hotelmanager
der Verwalter
beheerders
Filialleiter
manager
filiaalmanager
winkelmanager
directeur
bedrijfsleider
bankmanager
vestigingsmanager
der Hoteldirektor

Voorbeelden van het gebruik van De manager in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ik ben de manager.- Thompson.
Thompson. Ich bin der Hotelmanager.
Waarom bel je mij als de manager uit de stad is?
Warum rufen Sie ausgerechnet mich an, wenn der Chef außer Haus ist?
Dan word jij weer de manager.
Dann bist du also wieder Filialleiter.
Ja, ik ben de manager.
Dat is de manager van Nina.
Er ist Ninas Manager.
De manager heeft het lijk in de ballenbak gevonden.
Die Leiterin fand die Leiche im Bällebad.
Nou… Ik vroeg of de manager hier is!
Äh… Ich hab gefragt, ob der Chef da ist!
Ik ben de manager.
Ich bin der Hotelmanager.
John Bextrum, de manager.
Mr. Marshall, John Bextrum, der Hoteldirektor.
Jij viel de manager aan.
Sie griffen den Chef an und wurden gefeuert.
Angelo Torres was de manager van m'n club.
Angelo Torres war Manager meines Clubs.
De Manager wilde je vermoorden.
Die Leiterin wollte dich töten.
Lonnie Shaver. Bent u de manager?
Lonnie Shaver, sind Sie der Chef?
Ik ben Dan O'Keefe, de manager.
Ich bin Dan O'Keefe, der Hoteldirektor.
Lk ben de manager.
Ich bin der Hotelmanager.
Ik heb de manager van het opslagcentrum net aan de telefoon gehad.
Ich hatte gerade den Chef von der Lagerhalle am Telefon.
Meneer de manager, ik heb een groot… Wat?
Ich habe ein großes… Was? Mr. Manager.
Gloria, de Manager weet dat Vijf wat van plan is.
Gloria, die Leiterin weiß, dass Fünf etwas vorhat.
Ik ben de manager.
Nein, ich bin nicht der Chef.
Hij moet de manager bellen.
Er sollte den Chef rufen.
Uitslagen: 1245, Tijd: 0.0597

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits