DER CHEF - vertaling in Nederlands

• de baas
• de chef
• het hoofd
• de directeur
• de leider
• de chief
• de manager
• de CEO
• de chef-kok
• de hoofdcommissaris

Voorbeelden van het gebruik van Der chef in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich bin der Chef von G.
Maar ik ben het hoofd van G.

Was? Der Chef will, dass ich es auf Australien schiebe.
Wat? De chef wil dat ik Australië de schuld geef.

Er sagte mir, der Chef sei sein nächstes Ziel.
De directeur was zijn volgende doelwit, zei hij.

Er war der Chef von den Overlords.
Hij was de leider van de Overlords.

Der Chef hat Sie auf eine Suite hochgestuft.
De baas heeft u een suite gegeven.

Ich glaube, der Chef hat den Falschen.
Ik denk dat de Chief de verkeerde man heeft.

Du bist der Chef und muss alle von ihnen mit Sorgfalt Mischung.
U bent de chef-kok en moeten ze allemaal combineren met zorg.

Er ist der Chef des Studios.
Hij is het hoofd van de studio.

Der Chef von Pied Piper kann sich kein Essen mehr leisten.
De CEO van Pied Piper kan de lunch niet betalen.

Der Chef ist in einer Stunde zurück.
De manager is over een uur terug.

Miss Cheevus, ist der Chef nicht da drin?
Miss Cheevus, de directeur was toch in zijn kantoor?

Was der Chef sagte, ist alles wahr.
Wat de chef zei is allemaal waar.

Der Chef kauft eine halbe Million Dollar-Anleihen.
De leider koopt een half miljoen semi-waardeloze aandelen.

Beim Training rief mich der Chef vom australischen Schwimm-Verband an.
Ik werd gebeld door de baas van de Australische zwembond.

Sir, der Chef von Brooklyn Süd ist hier.
Sir, de Chief van Brooklyn South is hier.

Ich bin der Chef von Vanguard.
Ik ben het hoofd van Vanguard.

Der Chef will dich sprechen, Bill.
De hoofdcommissaris wil je spreken, Bill.

Sie sind der Chef, ich bin der Souschef.- Du meine Güte.
Allemachtig. Jij bent de chef-kok, ik de souschef.

Ich war der Chef des Unternehmens.
Ik was de CEO van 'n bedrijf.

Weil du der Chef bist?
Omdat je de chef bent?