CHEF - vertaling in Nederlands

• baas
• chef
• hoofd
• chief
• leider
• directeur
• manager
• CEO
• bazen

Voorbeelden van het gebruik van Chef in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Der Chef ist in einer Stunde zurück.
De manager is over een uur terug.

Er sagte mir, der Chef sei sein nächstes Ziel.
De directeur was zijn volgende doelwit, zei hij.

Sagen Sie ihrem Chef, wir kommen.
Zeg je baas dat we er zullen zijn.

Chef der Unfallchirurgie, im Krankenhaus von Mar del Plata.
Hoofd Trauma in het ziekenhuis van Mar del Plata….

Chef sagt, Sie sollten die Anwendung ändern.
Chef zegt, dat u het gebruik moet wijzigen.

Nein. In etwa einer Stunde ist sie hier, Chef.
Nee! Ongeveer een uur voordat ze hier is, Chief.

Der Chef von Pied Piper kann sich kein Essen mehr leisten.
De CEO van Pied Piper kan de lunch niet betalen.

Chef der aemin-partei park mu-yeol.
Leider van de aemin-partij park mu-yeol.

Du bist der Chef, oder?
Je bent de manager, toch?

Chef von Anhur Dynamics? Lon Scott.
Directeur van Anhur Dynamics? Lon Scott.

Er war mein Chef im Supermarkt.
Hij was m'n baas in de supermarkt.

Ich bin der Chef dieser Einrichtung.
Ik ben hoofd van deze faciliteit.

Den Chef der Flugstaffel, die Frau eines Mafiosos.
De chef van de Mobiele Eenheid en de vrouw van een maffioso.

Ich weiß es nicht, Chef.
Weet ik niet Chief.

Aber dein Chef kennt noch immer nicht die Wahrheit.
Maar je bazen weten nog steeds niet de waarheid.

Chef von Massive Dynamic ist aber auch nicht so schlecht.
CEO van Massive Dynamic is ook niet verkeerd.

Er war der Chef von den Overlords.
Hij was de leider van de Overlords.

Weiß er, dass ich der Chef des Heimatschutzes bin?
Weet hij dat ik de directeur ben van Binnenlandse Veiligheid?

Wer?- Ich bin Jeffs Chef bei Costco?
Jeffs manager bij Costco.-Wie?

Als Chef muss man auch ans Image denken.
Als baas moet je ook aan je imago denken.