Voorbeelden van het gebruik van Deen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ton Deen, met het gezin.
Er was misschien een Deen bij betrokken.
Of ze hebben nog nooit een Deen van zo dichtbij gezien.
Maria van der Deen, met het gezin.
De ronde werd gewonnen door de Deen Bjarne Riis.
Als ik naar je kijk, zie ik een Deen.
En Paula Deen kookt zoals wij het lekker vinden.
Houdt u zich bezig met Deen grammatica?
Uhtred is een Deen.
Keera Deen, maakt me geen reet uit.
Van Game of Thrones, die Deen.
Je bent nu een Deen voor het leven.
Paula Deen ligt eruit, het homohuwelijk is in.
Dat is geen Deen.
Haesten is Deen.
Meer informatie Ben van der Deen.
Dit is de beroemde Holger Deen, onze slapende koning.
Nu ben ik een Deen.
nu bij Deen.
Er is maar één Deen.