Voorbeelden van het gebruik van Fake in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Weet je wat? Dat hier is fake.
Dat is fake news.
De dokters waren fake.
Dat interview was fake.
Ik wil niet je beste fake vriendje zijn.
Dat we allemaal aanvoelen dat ze fake is.
Kom op, denk je dat Nixon dit fake nieuws heeft bedacht?
Waarnaar luisteren? Zelfs jouw fake is irritant?
Waarnaar luisteren? Zelfs jouw fake is irritant.
We denken inmiddels dat het allemaal fake is.
Dan zeg ik dat dat fake is.
Ah, je zegt dat dat fake is.
Alles aan dat meisje is fake.
Zeg niet dat het fake was, ik weet wanneer het fake is.
Het was fake!
Ik fake de afgelopen 12 uur hartritmestoornissen.
Hoe fake je een oude en dure Bordeauxwijn?
Hoe fake je een echo? Voor het geval ik ooit?
Fake je het al die tijd al?
Ik fake m'n orgasmes.