Voorbeelden van het gebruik van Hardop in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik begin ze voor te lezen lezen aan die gasten, hardop.
Ik denk hardop.
Ik kan het niet eens hardop zeggen.
Het zou er verdacht uitzien als we er hardop over praten.
Ik heb het niet echt hardop gezegd.
Lk kan ze niet eens hardop opnoemen.
Lees hardop.
Ze heeft het niet hardop gezegd.
Lezen. Hardop.
Praat tegen uzelf, hardop.
Freaks. Zeg m'n naam niet hardop.
Ik wil het gewoon hardop zeggen.
Op het dak van het ziekenhuis huilde de man hardop.
Ja, zeg het alsjeblieft niet hardop.
Maar dat vergeeft me niet omdat ik het hardop zeg.
Dat zei ik hardop.
Laat me het niet hardop zeggen.
Ik dacht alleen hardop.
Ik zei het hardop.
Ik zeg het gewoon hardop.