Voorbeelden van het gebruik van Hardop in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik las hardop.
Ik moet hardop zingen!
Ja, maar dat mogen we niet hardop zeggen.
Henry. -Ik lees niet hardop.
Het klinkt zo stom als ik het hardop zeg.
Niet hardop, maar ik zag het.
Als zo'n situatie hardop is erkent, is hij geaccepteerd.
En nu zeg ik het hardop, dat is niet leuk voor jou.
Hardop klinkt het nog belachelijker.
Nee, ik realiseerde me enkel iets hardop.
Zeg je dat zomaar hardop?
Wat zei je niet hardop?
Zei je dat nou hardop?
Ik zeg die grove dingen hardop, jij denkt ze alleen maar.
Ik denk niet dat ik dit ooit hardop heb gezegd.
Hardop denkend, zou het interessant kunnen zijn als ze echt seks zouden hebben?
Ik zeg 't hardop voor mezelf, als ontspanning.
Niet hardop, maar inderdaad.
Deze woorden hardop zingen waar Jude bij is, is eng.
Niet hardop, maar ja.