Voorbeelden van het gebruik van Hebt gezelschap in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
U hebt gezelschap, mevrouw.
Auggie, je hebt gezelschap.
Green, je hebt gezelschap.
Moss, je hebt gezelschap!
Meneer, u hebt gezelschap.
Matt, je hebt gezelschap.
Geen zorgen, je hebt gezelschap.
Batman en Robin, je hebt gezelschap.
Vind het. Green, je hebt gezelschap.
Vind het. Green, je hebt gezelschap.
Je zult je vanavond niet vervelen, je hebt gezelschap.
Brinksmen, je hebt gezelschap.
Ik heb gezelschap.
We hebben gezelschap.
Tuck heeft gezelschap.
We hadden gezelschap.
Hij heeft gezelschap nodig.
Ik heb gezelschap, als je begrijpt wat ik bedoel?
Olsson had gezelschap hierbinnen.
Ze hebben gezelschap gekregen.