Voorbeelden van het gebruik van Insluiper in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jij bent de insluiper.
Ze zochten niet iets. Insluiper?
Ja, er is een insluiper in mijn huis.
Vals alarm. De buren dachten dat ze een insluiper hadden.
Onze eerste insluiper.
Drie maanden geleden is daar een insluiper gemeld.
Wij kregen een telefoontje over een insluiper.
Nou, Will vertelde me over jouw insluiper en de telefoontjes.
Zeg ze dat we een insluiper hebben.
O, Maudie. Een insluiper?
Zijn dit de pillen die de insluiper wilde vervangen?
Er is niets gevonden dat op een insluiper wijst.
Connie denkt dat er een insluiper is.
Je bent 'n insluiper, ik bel de politie.
Ik heb een insluiper in mijn vizier.
Jullie insluiper heeft een spoor achtergelaten.
Er is een insluiper in het huis.
We hebben 'n insluiper.
Jij weet zeker niet wat een insluiper is.
Ze had het over een insluiper.