Voorbeelden van het gebruik van Is jouw type in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Niemand is jouw type.
Nobody is your type.Ze is jouw type.
She's your type.Iedere vrouw is jouw type, Ernst.
Every woman is your type, Ernst.Ik bedoel wat is jouw type?
I mean, what's your type?hij is getrouwd. Dat is jouw type.
he's married. That is your type.Wat is jouw type eigenlijk?
What's your type?Zeg ik:'Wat is jouw type dan?
I say,"Well, what is your type?Hij is jouw type.
He's your type.Dat is jouw type, rechts, Ruben?
That's your type, right, Ruben?Kijk eens goed, wie is jouw type?
Take a good look. Who's your type?Niet zeggen. Wie is jouw type?
Let's see, who's your type? Don't tell me?Niet zeggen. Wie is jouw type?
Don't tell me. Let's see, who's your type?Dat beest is jouw type, Iris.
That animal was your type, Iris.Ze is jouw type niet.
I just didn't think she was your type.En wat is jouw type dan wel?
So who IS your type?Wat is jouw type vrouw?
What's your type of woman?Dit is jouw type leugendetector.
This is your type of a lie detector.Hij heet Jeremy en is jouw type.
His name's Jeremy. I haven't met him, but he's your type.Tamara, hij is jouw type.
Tamara, he's your kind!zegt ze. Zeg ik:'Wat is jouw type dan?
I say,'Well, what is your type?
