Voorbeelden van het gebruik van Neem de auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik neem de auto. Ik ga weg hier.
Ik neem de auto wel.
Ik neem de auto en jij komt lopend, oké?
Ik neem de auto zodat hij schiet.
Ik neem de auto mee terug naar de stad.
Ik neem de auto en ga weg.
Ik neem de auto in beslag.
Neem de auto, maar eerst moet je mij ergens naar toe brengen.
Neem de auto. We gaan naar Nebraska.
Mam, ik neem de auto om Tammy te ontmoeten bij Yoghurtland dan Drybar.
Neem de auto naar huis.
Neem de auto en 't geld.
Neem de auto. SO19 zal jou volgen.
Neem de auto. SO19 zal jou volgen.
Neem de andere auto.- Durieux.
Neem de andere auto.- Durieux!
Neem de auto. Jij bent daar nodig.
Ik neem de auto, jij het huis.
Neem de auto en vertel het tegen Jake.
Neem de auto. Dan zien we elkaar in Bordeaux.