Voorbeelden van het gebruik van Onuitsprekelijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
dat was onuitsprekelijk gelukkig.
Volkomen en onuitsprekelijk.
Onze dankbaarheid is onuitsprekelijk.
Iedereen aan wie Jezus geopenbaard wordt, wordt onuitsprekelijk gelukkig.
Ik herinner me sommige nachten van angst en onuitsprekelijk verdriet.
maar ze doen onuitsprekelijk domme dingen,
Ik weet dat Ian net zo wereldberoemd is… voor onuitsprekelijk gedrag als Charlie Sheen,
Er is een charme over het verbod dat het onuitsprekelijk wenselijk maakt.".
De onrust in Christelijke huizen van tegenwoordig is onuitsprekelijk- en, geliefden, dit zou niet zo moeten zijn.
Want het Ware is onuitsprekelijk, d.w.z. onbeschrijfbaar
dan moet Hij onuitsprekelijk boos zijn op goddeloosheid.
Elke pijn, elke vreugde, elk onuitsprekelijk groot of klein ding in je leven zou gewoon terugkeren naar je.
Het was onuitsprekelijk. Maar ze concentreerde zich op het goede in haar leven.
compleet is… op elk los, onuitsprekelijk moment.
En wat haar het ziekst maakt… net toen ze hen aardig begon te vinden! zijn onuitsprekelijk rotte dingen die sommige mensen elkaar aandoen!
De wetten van de kleuren zijn onuitsprekelijk prachtig, juist omdat het geen toevalligheden zijn.
Elke dag werd afgesloten met een“Zwarte Massa-orgie van onvergetelijk en onuitsprekelijk genot.”.
ze tijdens de rit een bijna onuitsprekelijk wonderbaarlijke ervaring zijn.
En wat haar het ziekst maakt… net toen ze hen aardig begon te vinden! zijn onuitsprekelijk rotte dingen die sommige mensen elkaar aandoen.
te doden en ze brengen onuitsprekelijk leed met zich mee voor honderdduizenden weerloze slachtoffers.