Voorbeelden van het gebruik van Roz in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik ben Roz. Inderdaad. Ja.
Roz, kom en ontmoet een oude vriend van mij.
Roz, laat me alsjeblieft niet alleen hier.
Roz, dat was overtuigend.
Dat zullen Roz en haar moeder zijn.
Roz, het spijt me verschrikkelijk.
Roz heeft me alles over jullie verteld. Rick, Daphne.
Roz, je kan er niet meer naast zitten.
Ik wil Roz niet kwetsen.
Roz, onze buttons.
Waar is Roz? Wat heb je gedaan?
Roz, je hebt je ontbijt niet opgegeten.
Nance? Vrouw: Roz, heb je niet gegeten uw ontbijt.
Toen Roz doodging, heb ik die film in de prullenbak gegooid.
Nance? Roz, je hebt je ontbijt niet opgegeten.
Toen Roz doodging, heb ik die film in de prullenbak gegooid.
De Poultière is een dorp in de gemeente Roz op Couesnon.
Het begint.- Dames en heren de Roz Focker show!
En de iemand toevallig Roz.
Mijn bios vriendinnen. Roz en Chaya Lentz.