Voorbeelden van het gebruik van Roz in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Jij niet, Roz.
Dat weten we, Roz.
Maar Roz Focker zegt ja!
Je zegt het tegen Roz.
Je moet iets sneller, Roz.
Roz is wel radicaal omgeslagen.
Roz, dit is Jordana.
Roz, beweeg je rechterbeen eens!
Meegaan met de tijd, Roz.
Laat haar, Roz.
Zijn vrouw Roz had Mario vandaag.
Ik zie u bij Roz Carr!
Dank je, Bernard, Roz.
Roz, hij houdt van Indiaas eten.
Je weet wel, Roz van Frasier.
Roz, we gaan weg.
Coach Roz Washington nooit te beheksen.
Sorry. Weet je waar Roz is?
Roz, je linkerbeen twee centimeter opzij.
Dames en heren de Roz Focker show!