Voorbeelden van het gebruik van Scheel in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het is Bev Scheel.
Hij was maar een beetje scheel.
En jij? lk kijk scheel van de koppijn.
Charlie Scheel.
Ik ben bang dat uw zoon scheel is.
Hij was ook scheel.
Keurmeester was er Mr. Scheel uit Denemarken.
Ik word er scheel van.
Baloo, je bent scheel.
Je bent niet scheel.
Nee. Ze was scheel.
Ja, hij is scheel.
Ik kijk scheel.
Ik ben alleen heel erg scheel.
Hij was scheel, zag ik nu,
Een beetje scheel van het bekijken van tatoeages.
Scheel en geen geheugen.
Hij werkt zich helemaal scheel.
dat je er scheel van gaat kijken.
hij kan scheel kijken.