Voorbeelden van het gebruik van Seniel in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Nee, zo seniel ben ik wel.
Hij was toch seniel? Hoezo?
Je denkt dat ik seniel ben oude buizerd, nietwaar?
En seniel? Ze is van jouw generatie.
Omdat je seniel bent. Dat klopt.
Ik word langzaam seniel.
Dus ik word werkelijk seniel.
Hij wordt seniel.
Als jullie nu maar niet gaan zeggen dat ik seniel word.
Die ouwe kerels zijn seniel.
Hij wordt seniel.
Of'Meiden zijn seniel.
nog lang niet seniel.
Ben ik degene die seniel wordt?
dat is gewoon seniel.
Je bent nog niet seniel, ouwe taaie.
Ik word oud en seniel.
Je wordt seniel.
Ja, naar kantoor. Ze geloven nooit dat ik seniel ben.
Ethel, Ethel… Ik ben nog niet zo seniel als jij denkt.