SENIL - vertaling in Nederlands

seniel
senil
alt
dement
demenz
senil
alzheimer
verrückt
gek
verrückt
irre
wahnsinnig
idiot
komisch
seltsam
dumm
durchdrehen
blöd
albern
seniele
senil
alt
afgetakeld
seniliteit
senilität
altersschwäche
senil

Voorbeelden van het gebruik van Senil in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Sagte sie auch, dass sie senil ist?
Heeft ze ook gezegd dat ze seniel is?
Ich werde alt und senil.
Ik word oud en seniel.
Wo? Oma wurde senil.
Waar? Oma werd seniel.
Er ist nicht senil.
Hij is niet seniel.
Ich bin alt, nicht senil.
Ik ben oud, niet seniel.
Er wird senil.
Hij wordt seniel.
Ich bin… Ich bin senil.
Ik ben seniel.
Ich bin im Ruhestand, nicht senil.
Ik ben gepensioneerd, niet seniel.
Er war nicht senil.
Hij was niet seniel.
Hat sie auch gesagt, dass sie senil ist?
Heeft ze ook gezegd dat ze seniel is?
Eine ist ein wenig senil und versteht vielleicht nicht, was vor sich geht.
Één is een beetje seniel, en weet misschien niet wat er gaande is.
Pläne? Was bin ich, senil?
Ben ik seniel of zo? Plannen?
Vielleicht werde ich echt senil.
Misschien word ik wel dement.
Was bin ich, senil?
Ben ik seniel of zo?
Und senil bin ich auch nicht.
En ben zeker niet achterlijk.
Er wird senil, das ist alles.
Hij wordt seniel, dat is 't.
Ich bin nicht senil.
Ik ben niet krakkemikkig.
Entweder wirst du senil oder du brauchst eine Brille.
Je wordt seniel of je bent aan een bril toe.
Ich bin nicht senil.
Ik ben niet kinds.
Ich werd senil.
Ik word kinds.
Uitslagen: 210, Tijd: 0.0406

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands