Voorbeelden van het gebruik van Snuffelt in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij snuffelt.
Valse belastingaangifte. De FlOD snuffelt rond.
Ik snuffel jou, jij snuffelt mij. Neem de positie in.
Barg dartelt vrolijk voort en snuffelt opgewonden elke geur.
Ik snuffel jou, jij snuffelt mij.
Je weet dat ik het haat als je aan dode dingen snuffelt en ruikt.
Hij knuffelt nog strakker en snuffelt aan zijn nek.
Hij snuffelt voor zichzelf.
Je vader snuffelt rond op zoek naar een bewijs.
Je hond snuffelt graag en vindt het allemaal ontspannend en leuk.
WADA snuffelt rond en stelt talloze vragen.
De verslaggever die rond snuffelt Is Teri Martin, van de"Sun-Times.
En ze snuffelt nu om ze heen.
Ze snuffelt op plaatsen waar ze niet hoort te zijn.
Het snuffelt in je brein.
De FBI snuffelt weer rond.
Aan tafel… snuffelt de hond aan m'n ballen.
Ze snuffelt in mijn spullen en gelooft me niet eens.
Luther snuffelt rond, dus moeten we snel handelen.
Wat voor persoon snuffelt in andermans dingen?