GOING - vertaling in Nederlands

• gaan
• hand
• zal
• er
• gang
• weg
• gebeurt
• going
• doorgaan
• moet

Voorbeelden van het gebruik van Going in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

He was going to Canyon Del Oro.
Hij was op weg naar de Canyon Del Oro.

Wait. What's going on? Keung!
Wacht. Wat is er aan de hand? Keung!

But that is who she's going to be.
Is wat ze zal worden. Maar dat.

No! Will is going to find Jack!
Will is Jack gaan zoeken. Nee!

And we keep the game going.
En we houden het spel aan de gang.

And what's going on with marina?
En wat is er aan de hand met Marina?

Going to love you in every way in every way.
Going to love you in every way In every way.

Why do you keep going on about Laura?
Waarom blijf je doorgaan over Laura?

There's… definitely something going on here.
Er gebeurt hier beslist iets.

I am going to mother. Leave a week.
Ik ben op weg naar moeder. Verlof, een week.

Because? Because I'm going to be your wife.
Ik je vrouw zal zijn. Omdat.

What's going on? Win? Winifred!
Wat is er loos? Win? Winifred!

Will is going to find Jack!- No!
Will is Jack gaan zoeken. Nee!

And there was something weird going on with his arm.
En er was iets vreemds aan de gang met zijn arm.

What's going on here, Mackenzie?
Wat is hier aan de hand, Mackenzie?

Boldly going to a strange new world.
Boldlymoedig going to a strangevreemd newnieuwe worldwereld.

Know where you're going, don't ya?
Je weet waar je moet zijn, hè?

There's something going on here.
Er gebeurt hier iets.

Keep going, come on, go, go!.
Blijf doorgaan, kom op, ga, ga!

I was going to India to meet you!
Lk was op weg naar lndia om u te ontmoeten!