Voorbeelden van het gebruik van Moet in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik moet Murph Evans vinden.
Ik moet met Jason praten.
U moet het mijn moeder verteIIen.
Harry, ik moet mijn dochter zien.
En moet u achterlaten met uw nieuwe meid.
U moet in m'n moeders zaak investeren.
Ik moet met mensen praten!
Maar iedereen moet een droom hebben.- Ja.
Hoe moet ik weten of dit liefde is?
Lou! Ik moet Lou zien!
Ik moet Esther bellen.- Waarom?
Alstublieft. Ik moet met u praten.
Tom? Ik moet met mijn dochter praten?
Dat moet ik en dat doe ik.
Ik moet Olga ook waarschuwen. Of Olga.
Ik moet Bremerhaven zeggen.
In dit verband moet worden gefocust op.
Moet ik dit in mijn slaapkamer leggen?
Maar iedereen moet een droom hebben.- Ja.
Ik moet inchecken met Donna.