MOET - vertaling in Duits

muss
moeten
dienen
hoeven
nodig
vast
sollte
moeten
zullen
mogen
kunnen
dienen
doel
horen
laat
wil
beoogt
brauche
nodig hebben
hebben
moeten
willen
zoeken
kosten
duren
behoefte
hoeft
nodig is
darf
mogen
kunnen
moeten
laten
zullen
toegestaan
müssen
moeten
dienen
hoeven
nodig
vast
musst
moeten
dienen
hoeven
nodig
vast
soll
moeten
zullen
mogen
kunnen
dienen
doel
horen
laat
wil
beoogt
muß
moeten
dienen
hoeven
nodig
vast
sollten
moeten
zullen
mogen
kunnen
dienen
doel
horen
laat
wil
beoogt
solltest
moeten
zullen
mogen
kunnen
dienen
doel
horen
laat
wil
beoogt
braucht
nodig hebben
hebben
moeten
willen
zoeken
kosten
duren
behoefte
hoeft
nodig is
brauchen
nodig hebben
hebben
moeten
willen
zoeken
kosten
duren
behoefte
hoeft
nodig is
brauchst
nodig hebben
hebben
moeten
willen
zoeken
kosten
duren
behoefte
hoeft
nodig is
darfst
mogen
kunnen
moeten
laten
zullen
toegestaan
dürfte
mogen
kunnen
moeten
laten
zullen
toegestaan

Voorbeelden van het gebruik van Moet in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
FBI. Ik moet Roland Lynch spreken.
FBI, ich brauche Roland Lynch. Reden Sie mit mir.
Nee, dit moet een fout zijn.
Nein, nein, nein, da muss ein Fehler vorliegen.
Ik moet m'n verklaring herzien.
Ich muß-- meine Aussage revidieren.
Moet ik rond gaan neuzen?
Soll ich ein bisschen rumschnüffeln?
Nee, je moet het inademen door je neus.
Nein, nein, nein, nein, du musst es inhalieren.
Je moet wat voor me doen.
Sie müssen mir einen Gefallen tun.
Ik moet niet drinken, niet zoals Fane.
Nicht wie Fane. Ich darf nicht trinken.
Die moet in de St. Leonard's.
Sie sollte in St. Leonard sein.
Ik moet Roland Lynch spreken. FBI.
FBI, ich brauche Roland Lynch. Reden Sie mit mir.
Nee, het moet meer zijn dan dat.
Nein, nein. Es muss mehr dran sein.
Ik moet mijn hart volgen.
Aber ich muß meinem Herz folgen.
Echt? Dan moet je in 't voorjaar komen.
Wirklich? Dann sollten Sie im Frühling kommen.
Je moet mij vertrouwen. Niemand?- Niemand.
Keiner.- Keiner? Du musst mir vertrauen.
Wat moet ik zeggen? Als jij dat wilt.
Wie soll ich sagen.
U moet door de pijn heen.
Sie müssen durch den Schmerz durchgehen.
Ik moet met mijn vrouw praten?
Ich… darf ich meine Frau sprechen?
Dat moet ook voor mij gelden.
Ich denke, dass das auch für mich gelten sollte.
Karl, ik moet die formule hebben.
Ich brauche diese Formel. Karl.
Ik moet naar de startplaats. Dank je.
Danke. Ich muss in den Teilnehmerbereich.
Roland, jij moet in het motel zijn.
Roland, du solltest im Motel sein.
Uitslagen: 587493, Tijd: 0.0642

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits